Het Westfries Museum is gesloten, bezoek onze nieuwe website voor meer informatie www.westfriesmuseum.nl

Je bezoekt nu de oude website van het Westfries Museum

Onze website wordt vernieuwd over:

00 dagen : 00 uren : 00 minuten : 00 seconden

Museum dicht, stad open

Het Westfries Museum is gesloten voor een grootscheepse restauratie, verbouwing en vernieuwing. Medio 2025 openen we de deuren weer voor het publiek. We blijven echter onze verhalen vertellen: online via onze nieuwe website en straks in onze tijdelijke museumlocatie Statenpoort.

Een nieuw Westfries Museum

Op 2 januari 2023 wordt onze website vernieuwd. Daarop volg je het laatste nieuws over de verbouwing en vernieuwing van het museum, waaronder de archeologische opgravingen. Bovendien onthullen we met deze website onze nieuwe huisstijl! Zo maakt het Westfries Museum toekomst van het verleden.

Popup sluiten

Smullen van Schandalen
Een schout die zijn hond een grootse begrafenis geeft, burgemeesters die een scheve schaats rijden, priesters die meer met lichamelijk genot dan het zieleheil bezig zijn, dronken predikanten, admiraals die aan dek zitten te breien, corrupte VOC-bestuurders, failliete kunstenaars en frauderende hoogleraren. Dit bonte gezelschap trekt aan u voorbij in de tentoonstelling ‘Roddel en Achterklap uit de Gouden Eeuw’. Een vermakelijke en verhelderende expositie die een inkijkje geeft in de roddelcultuur van onze voorouders in de zeventiende eeuw, te zien in het museum tot en met 10 maart 2013. Conclusie: er is in die 400 jaar in essentie weinig veranderd.

Klappen
Roddel is tegenwoordig big business, roddel is entertainment. Hoofdredacteuren, presentatoren en zelfs de paparazzi zijn Bekende Nederlanders. Kortom roddel is in, geaccepteerd en stevig geworteld in onze huidige cultuur.
Hoe was dat 400 jaar geleden? Uiteraard werd er geroddeld, maar waren er toen ook al mensen die hun brood met roddel en achterklap verdienden? En waarover werd dan geklapt, zoals men in de zeventiende eeuw het roddelen aanduidde?
Dat zijn de twee kernvragen die in de tentoonstelling ‘Roddel en Achterklap uit de Gouden Eeuw’ worden beantwoord.

Drekpoëten
Er was in de zeventiende eeuw een markt voor smeuïge en sensationele nieuwtjes waarin bekende en prominente personen een rol spelen. En er waren schrijvers en drukkers die er in voorzagen en boek- en pamfletverkopers die hun brood verdienden met het aan de man brengen van al die boekjes, gedichten, liederen en schotschriften, waarvan vele op de tentoonstelling te zien zijn..
Sommige schrijvers, zoals de Amsterdammers Mattheus Tengnagel en Jan Zoet gingen hier in heel ver. Ze publiceerden gedichten waarin in niet mis te verstane bewoordingen de seksuele escapades van de Amsterdamse elite uit de doeken werd gedaan. Hoewel niet met naam en toenaam genoemd, iedere goed ingevoerde lezer wist over welke notabelen het ging in het verhaal ‘buitensex op het pothuis’ in Jan Zoet’s ‘Grove Roffel’. Drekpoëten werden deze schrijvers dan ook genoemd, een mooi equivalent van onze huidige riooljournalisten. En zij wisten toen al; sex sells.

Nieuwsgierig Aagje
Het meest smakelijke deel van de tentoonstelling wordt natuurlijk gevormd door de affaires en schandalen zelf, die aanleiding gaven tot roddel en achterklap.
Het museum heeft ze onderverdeeld in negen categorieën, waaronder uiteraard ook royalty. De roddels worden gepresenteerd in een stijl die erg aan de Story en de Privé doet denken. Uw gids is ‘De luistervink’, de dienstmeid die staat afgebeeld op een gelijknamig schilderij van Nicolaas Maes. Overal waar zij te zien is kunt u luisteren naar een vette roddel, die zij met een andere spreekwoordelijke roddelaarster, Nieuwsgierig Aagje, deelt. Overigens heeft deze Aagje echt bestaan. Ze kwam uit Enkhuizen  en ook haar smeuïge verhaal komt in de expositie aan bod.

De hond van schout de Bont
Er is één schandaal dat in de tentoonstelling extra  aandacht krijgt, omdat er zo veel over geroddeld is. Dat is het verhaal van Jan de Bont, schout van Leiden, die zo gek is op zijn hond, dat hij hem na zijn overlijden officieel laat begraven. Compleet met condoleance, rouwstoet en begrafenisdiner waarbij alle Leidse notabelen al dan niet met huisdier  aanwezig zijn. Dit tot groot leedvermaak van de rest van Nederland. Joost van den Vondel maakte er verschillende hekeldichten op. De schilder Jan Miense Molenaar legde de affaire met veel leedvermaak op doek vast en op de expositie zijn ook de  pamfletten te zien, waardoor dit smeuïge verhaal zich als een lopend vuurtje door Nederland verspreidde.

Te zien tot en met 10 maart 2013.