
De Hoornse archeologische schatkamer gaat open!
Michiel Bartels is hoofd van de Archeologische Dienst West-Friesland. Samen met zijn collega-archeologen staat hij voor een intensieve en interessante uitdaging: de opgravingen onder het monumentale complex van het Westfries Museum. “We zijn zeer benieuwd wat we gaan vinden op deze locatie. De gebouwen bevinden zich op de oudst bewoonde plek van Hoorn: we verwachten een schat aan vondsten.” Vijf vragen aan de bevlogen archeoloog.
1. Waar zijn jullie op dit moment mee bezig?
“We bereiden ons voor op een groot en langdurig onderzoek onder de panden van het Westfries Museum. Bij de voorbereidende werkzaamheden hebben we het afgelopen half jaar in het buurpand Roode Steen nummer 15 al tot 1,5 meter kunnen graven, net als in de tuin en rondom het museum waar de damwanden straks worden geplaatst. Daar vonden we al een zeventiende-eeuwse aardewerken voorraadpot uit Thailand en fraai versierde tegels uit een zeventiende-eeuwse keuken. Maar dat is nog maar een fractie van wat er moet gebeuren en wat we nog gaan vinden. We gaan straks tot zeker 5,5 meter diep, en misschien zelfs iets dieper.”
2. Wat verwacht je aan te treffen onder het Westfries Museum?
“Restanten van de eerste bewoning uit de 12e en 13e eeuw. De oudste Horinezen woonden op deze plek, aan de Westfries Omringdijk, op een terp wat later het plein de Roode Steen werd genoemd. We verwachten restanten van terpen en houten huizen. Ook zoeken we de fundamenten van het eerste stenen huis in Hoorn uit de veertiende eeuw: dat is voor Hoorn en Holland heel oud. Uit onderzoek weten we dat hier de allerrijksten van de stad en regio woonden: de Proost (dat is de afgezant van de bisschop van Utrecht) en de Graaf van Holland bijvoorbeeld: zij woonden in een verdedigbaar huis, een natuurstenen woning. Het eerste stenen huis van Hoorn moet zich hier bevinden en wij zijn daar zeer nieuwsgierig naar!”
3. Wat hebben jullie ter voorbereiding gedaan?
“Allereerst hebben we uitgebreid bureau-onderzoek gedaan in de archieven: wat is er bekend over de bebouwing en bewoning door de eeuwen heen? Wie waren de mensen die hier woonden? Ook hebben we gezocht naar parallellen in onze omgeving, zoals de eerste stenen huizen in Friesland: daar staan er nog steeds een aantal van overeind. Daarnaast hebben we gekeken naar eerdere opgravingen op de Roode Steen, vooral naar de locatie van de Winston bioscoop 25 jaar geleden. Toen hebben we verschrikkelijk veel gevonden: we verwachten minstens dezelfde hoeveelheid, en waarschijnlijk zelfs meer. In de vochtige grond van Hoorn wordt alles immers goed bewaard. Ook textiel en leer blijft onder water heel lang goed.”
4. Wanneer gaan jullie in/onder het museum zelf aan de slag?
“Per 1 januari sluit het museum voor publiek. Uiteraard moet eerst het hele museum leeg, dan worden de dragende muren verstevigd en kunnen de damwanden om het museum geplaatst worden. De damwanden vormen een bouwkuip: zo kan er geen water meer instromen en ze houden bij het graven de grond aan de andere kant van de damwand stevig op zijn plaats. We verwachten in het voorjaar van 2023 te kunnen starten met de archeologie. Allereerst gaan er elektrische graafmachines in, afhankelijk van het pand. We gaan eerst oude kelders aantreffen en bijvoorbeeld een enorme betonnen kluis onder de voormalige ABN-bank, die moeten eruit gesloopt worden voor je verder kunt. Dat doet de aannemer, dan gaan wij erin. Bij de andere panden – oorspronkelijk bestond het museale complex uit zeven panden die samen zijn gevoegd – weten we niet precies wat we gaan aantreffen aan obstakels en archeologische schatten. Om maar met een Cruijffiaanse wijsheid te spreken: ‘je ziet het pas als je er bent’.”
5. Wat verwachten en hopen jullie aan te treffen in de bodem?
“Het wordt een intensief traject, op deze locatie bevinden zich vele archeologische voorwerpen in de grond. Archeologen zijn van de spullen. Daarmee hopen we een goed beeld te kunnen krijgen van de macht en elite van Hoorn, en zo het verhaal te kunnen vertellen van deze mensen en van de bewoningsgeschiedenis. We gaan namelijk overblijfselen van huizen vinden en alles wat erbij hoort, zoals gebruiksvoorwerpen: die vondsten vertellen een heel verhaal. Vind je handschoenen van een botenbouwer, dan zijn het wanten daarmee je boten kunt teren. Maar de vrouw van de schout van Hoorn droeg wellicht luxe geitenleren handschoenen. Op deze locatie verwachten we vooral juist dit soort spullen aan te treffen. En we gaan proberen zoveel mogelijk alle Horinezen mee te laten genieten van wat we gaan vinden.”
Op de hoogte blijven van de archeologische en bouwkundige vorderingen? Geef je dan nu op voor de online nieuwsbrief van het Westfries Museum. En like ons op Facebook en Instagram voor het meest actuele nieuws.
De zoektocht naar het eerste stenen huis in Hoorn

De restauratie en vernieuwing van het Westfries Museum biedt een unieke kans om de geschiedenis in de bodem te bekijken. Bij de voorbereidende werkzaamheden zijn de fundamenten van het Proostenhuys al gevonden. Maar het eerste stenen huis van Hoorn houdt zich nog verscholen. Dat het er geweest moet zijn, weten de archeologen van de Archeologische Dienst West-Friesland. Maar waar stond het precies? De archeologen kunnen niet wachten tot ze verder mogen zoeken.
VT Wonen
in het
verleden…

In en rond Roode Steen 15 werden ook meerdere fraai beschilderde wandtegels met nautische afbeeldingen gevonden, deze waren in de zeventiende eeuw in de mode bij de rijke stadsbewoners.
En in de zomer werden er al in Roode Steen 15 achter een voorzetwand een achttiende eeuwse schouw met nog vrijwel intacte sierspiegel gevonden.
Zeldzame en compleet intacte martavaan gevonden

Begin september 2022 vond Archeologische Dienst West-Friesland bij de opgravingen in en om Roode Steen 15 een zeldzaam mooie vondst. Het betrof een Aziatische martavaan van 45 cm hoog en met een diameter van 40 cm. Het was een van de vondsten die het massaal toegestroomde publiek op zaterdag 9 september tijdens Open Monumentendag kon bewonderen. In totaal namen toen ruim 2.500 mensen een kijkje bij de opgravingen. De enorme pot met vier kleine handvatten is afkomstig uit Zuidoost-Azië en waarschijnlijk in de zeventiende eeuw door de VOC naar Nederland gehaald.