In september 2019 maakte het Amsterdam Museum bekend de term “Gouden Eeuw” met onmiddellijke ingang niet meer te gebruiken als aanduiding voor het tijdvak van de 17e eeuw. Het museum liet in een persverklaring weten dat de term de Gouden Eeuw ‘het streven naar inclusiviteit en het tonen van meerdere perspectieven op de geschiedenis in de weg staat’.
‘Iedere generatie en elke persoon moet in staat worden gesteld zijn of haar eigen verhaal over de geschiedenis te vormen. De dialoog daarover heeft ruimte nodig, de naam ‘Gouden Eeuw’ beperkt die ruimte’. Naar de mening van het museum negeert de term de vele negatieve kanten van de zeventiende eeuw, zoals armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel en draagt de term ertoe bij dat de geschiedenis van de Nederlandse 17e eeuw slechts vanuit het perspectief van de machthebbers wordt bezien. Om die reden gebruikt het museum voortaan de neutrale term ‘de zeventiende eeuw’.
Het besluit van het Amsterdam Museum bracht in de media een discussie op gang of de term Gouden Eeuw in de ban moet. Deze discussie raakt het Westfries Museum direct, omdat het zich al enkele jaren profileert als een museum van de Gouden Eeuw. Een museum dat inzicht probeert te geven in de meest dynamische periode uit de geschiedenis van ons land, de regio Westfriesland en de stad Hoorn in het bijzonder. Met aanloop en uitloop daarbij genomen, de periode tussen 1500 en 1800.